Veelgestelde vragen over onze brandslanghaspels

Ja. Je bent wettelijk verplicht om brandslanghaspels ten minste eenmaal per jaar te laten onderhouden. Je bent opdrachtgever voor het onderhoud, dus jij bepaalt zelf wanneer je onderhoud laat uitvoeren. Het onderhoudsbedrijf knipt in conform de norm (NEN 2559, NEN 2659, NEN 671-3 of NEN 1594); je bent als opdrachtgever vrij om met het onderhoudsbedrijf binnen de wettelijke termijn van 1 jaar af te spreken wanneer het onderhoud wordt uitgevoerd.

Een brandslanghaspel is een slang met een vaste vorm die op een vast aangebrachte haspel is gerold en permanent is aangesloten op het waterleidingnet. Deze wordt vast in een gebouw aangebracht. Er zijn verschillende typen brandslanghaspels die onderling verschillen in lengte van de slang, doorvoervermogen en kwaliteit. Dit maakt dat er voor iedere situatie wel een brandslanghaspel aanwezig is.

Het voordeel van een brandslanghaspel is dat er heel snel gehandeld kan worden, dat het een eenvoudige bediening heeft en een onuitputtelijk is. Dit komt doordat het brandslanghaspel permanent is aangesloten op het waterleidingnet. Hierdoor kan er al geblust worden voordat de brandweer aanwezig is. Hierdoor kan een enorme winst geboekt worden. Nadeel is de eventuele waterschade en onderspanning staande branden kunnen niet veilig worden geblust.

Brandslanghaspels zijn net als blussers bedoeld om een (begin van een) brand door gebruikers van het gebouw te bestrijden. De brandslang transporteert het water voor brandbestrijding. De aanwezigheid van brandslanghaspels is in veel gebouwen verplicht.

Hoe werkt een brandslanghaspel? (in het kort)

1. Draai eerst de hoofdkraan geheel open. De slang komt nu onder druk te staan. Controleer dit door de kraan op de spuitmond iets te openen. Probeer zo weinig mogelijk schade te veroorzaken.
2. Rol nu de slang geheel uit richting brand. Doe dat liefst niet alleen, maar met meerdere personen.
3. Zet de kraan van de spuitmond open op de sproeistraalstand.
4. Blus de brand

Wanneer een brandslanghaspel is geëist in een gebouw dan dient elke plaats in het pand bereikt te worden met een brandslanghaspel.  En wel zodanig dat de brand ten minste met behulp van één brandslanghaspel (enkelzijdig) kan worden benaderd. Een brandslanghaspel mag niet langer dan 30 meter zijn. De brandslanghaspels dienen zo gepositioneerd te worden dat de afstand tussen een brandslanghaspel en een punt in het niet meer is dan de lengte van de slang met 5 meter extra worp lengte.

De beste locatie voor een brandslanghaspel is zo dicht mogelijk bij de uitgang van een ruimte of in een gang nabij trappenhuis en (nood) uitgangen. In trappenhuizen mogen nooit brandslanghaspels worden aangebracht. Het trappenhuis is een vluchtroute en wanneer de deur door het haspel iets zou blij ven openstaan komt het trappenhuis vol met rook te staan. Hierdoor wordt de vluchtroute onbegaanbaar.

Tevens dient in ogenschouw genomen te worden dat bij gebruik van een brandslanghaspel zo min mogelijk deuren gepasseerd hoeven worden. De deuren kunnen een vertragen oplopen in het blussen waardoor er de mogelijkheid ontstaat dat u niet de kleine brand zelf kunt blussen en de kleine brand een grote brand wordt.

Komt u er helemaal niet meer uit? Ga niet de held spelen en vraag nu professionele brandslanghaspel installatieservice aan.

1. Gemaakt in Holland Nederland
2. Gefabriceerd en gecertificeerd volgens EN 671-1 en CE
3. Eenvoudige montage door het slide-in systeem
4. Brandslanghaspels met een lange levensduur
5. Zeer goede en lange bluskracht
6. Blusmiddel onuitputtelijk aanwezig
7. RH brandslanghaspels zijn uitstekende blusmiddelen voor een beginnende brand

De RH Brandslanghaspel is gefabriceerd en gecertificeerd volgens KIWA EN 671-1 en CE. Wordt standaard geleverd in RAL 3000 brandweer rood, compleet met montagepak (straalpijp, montagehaak, slanggeleider, montageplaat en kogelkraan). Het gebruik van koperdelen in de haspel is beperkt tot niet-dragende delen, hiermee is gekozen voor degelijkheid die zich vertaalt in probleemloos gebruik, een lange levensduur en een gegarandeerde bluskracht wanneer dit nodig is. Na een kwaliteitscontrole, welke bestaat uit o.a. druktest van 25 bar waterdruk en 10 bar luchtdruk verlaat de RH Brandbeveiliging haspel degelijk verpakt de fabriek.

Jan van de Heyden was de uitvinder van de brandslanghaspel in 1652.

Brandslanghaspels worden gebruikt in diverse gebouwen, zoals kantoren, fabrieken, winkelcentra, scholen en ziekenhuizen. Ze zijn bedoeld voor het blussen van beginnende branden en het bieden van een eerste verdedigingslinie totdat professionele brandweerlieden arriveren.

Een brandslanghaspel is verbonden met een watervoorziening, meestal via een leidingnetwerk in een gebouw. Wanneer de slang van de haspel wordt afgerold, wordt de waterstroom geactiveerd door het openen van de kraan of klep op de haspel. Het water stroomt door de slang en wordt via een spuitmond als een straal of sproeinevel op de brand gericht.

Brandslanghaspels hebben verschillende voordelen, waaronder:

1. Ze zijn gemakkelijk toegankelijk en snel te gebruiken in geval van nood
2. Ze vereisen geen speciale training om te bedienen
3. Ze leveren een constante watertoevoer zonder dat er een externe bron, zoals een brandweerwagen, nodig is
4. Ze zijn relatief goedkoop in vergelijking met andere brandbestrijdingsmiddelen
5. Ze kunnen worden gebruikt om kleine branden te blussen en de verspreiding ervan te voorkomen.

Brandslanghaspels moeten regelmatig worden onderhouden om ervoor te zorgen dat ze goed functioneren wanneer ze nodig zijn. Het onderhoud moet worden uitgevoerd volgens de lokale voorschriften en normen. Over het algemeen wordt aanbevolen om een jaarlijkse inspectie en test uit te voeren, waarbij de slang, koppelingen, spuitmond en bedieningsmechanismen worden gecontroleerd.

Hoewel het niet noodzakelijk is om specifiek getraind te zijn om een brandslanghaspel te bedienen, is het wel aan te raden om kennis te hebben van het juiste gebruik ervan. Het is belangrijk om te weten hoe de haspel correct geactiveerd wordt, hoe de slang moet worden vastgehouden en gericht, en hoe de waterstroom kan worden geregeld. Het volgen van een basistraining voor brandbestrijding wordt sterk aanbevolen.

Brandslanghaspels variëren in afmetingen van 20, 25 en 30 meter, maar de meest voorkomende lengte van de slang is 20 meter. De diameter van de slang is meestal 3/4 en komt overeen met 19 mm.

Ja, brandslanghaspels moeten regelmatig worden geïnspecteerd om ervoor te zorgen dat ze goed functioneren in geval van een brand. Dit omvat visuele inspectie, controle van de slang en het mechanisme, en het testen van de waterstroom.

Nee, brandslanghaspels zijn ontworpen en bedoeld voor brandbestrijding. Het wordt niet aanbevolen om ze te gebruiken voor andere doeleinden, omdat dit de beschikbaarheid en functionaliteit ervan in geval van een noodsituatie kan verminderen.

Brandveiligheidsvoorschriften variëren per land en regio, dus de verplichting van brandslanghaspels kan verschillen. In veel landen en regio's zijn brandslanghaspels echter een vereiste voor bepaalde soorten gebouwen, vooral die met een hoger brandrisico of een groter aantal mensen.

Het is belangrijk om op te merken dat lokale voorschriften en normen kunnen verschillen, dus het is raadzaam om de specifieke regels en vereisten van uw regio te raadplegen met betrekking tot brandslanghaspels.

Een brandslanghaspel en een brandblusser zijn beide brandbestrijdingsmiddelen, maar er zijn enkele verschillen. Een brandslanghaspel levert een continue waterstroom en is geschikt voor het blussen van branden over een groter gebied. Een brandblusser daarentegen bevat een beperkte hoeveelheid blusmiddel, zoals schuim of poeder, en is handzaam om kleine branden te blussen.

In noodsituaties kan iedereen met basiskennis en training in het gebruik van brandslanghaspels deze bedienen. Het is echter belangrijk om de juiste procedure te volgen en voorzichtig te zijn bij het hanteren van de slang om verwondingen te voorkomen.

Ja, brandslanghaspels kunnen worden gebruikt in combinatie met andere brandbestrijdingsmiddelen, zoals brandblussers en sprinklersystemen. Het gebruik van verschillende brandbestrijdingsmiddelen kan helpen om een brand effectief te bestrijden en te controleren.

Nee, een brandslanghaspel mag niet worden gebruikt bij branden waar elektriciteit bij betrokken is. In dergelijke situaties moet de stroom naar de apparatuur of het gebied worden uitgeschakeld en moet een geschikt brandblusmiddel voor elektrische branden, zoals een CO2-brandblusser, worden gebruikt.

Een brandslanghaspel wordt meestal gebruikt om branden van klasse A te blussen. Klasse A branden omvatten branden van vaste stoffen zoals hout, papier, textiel en plastic. Deze branden worden ook wel "vaste stofbranden" genoemd. Een brandslanghaspel maakt gebruik van water om de brand te blussen.

Het is belangrijk om op te merken dat een brandslanghaspel niet geschikt is voor het blussen van branden van andere klassen, zoals branden van vloeistoffen (klasse B), branden van gassen (klasse C), branden van metalen (klasse D) of elektrische branden (klasse E). Voor dergelijke branden zijn specifieke blusmiddelen en -methoden vereist.

Als je geconfronteerd wordt met een brand, is het altijd belangrijk om eerst de veiligheid van jezelf en anderen te waarborgen. Als je niet zeker bent van de aard van de brand of als de brand te groot is om veilig te blussen met een brandslanghaspel, moet je onmiddellijk hulp inroepen van de brandweer en het gebouw evacueren.

Het correct gebruik van een brandslanghaspel kan van vitaal belang zijn bij het bestrijden van branden. Hier zijn de algemene stappen voor het gebruik van een brandslang:

1. Alarm slaan: Zorg ervoor dat het alarm is geactiveerd en waarschuw anderen in de buurt over de brand
2. Veiligheid eerst: Zorg ervoor dat je een veilige afstand bewaart van het vuur en altijd een evacuatieroute achter de hand hebt. Als de brand te groot is of als je je niet veilig voelt, verlaat dan onmiddellijk het gebouw en bel de hulpdiensten
3. Trek aan de juiste hendel: Open de watertoevoerklep of trek aan de hendel om water door de slang te laten stromen. Dit kan een hendel op de slang zelf zijn of op een nabijgelegen brandkraan
4. Kies de juiste sproeistand: Afhankelijk van de brand en de omgeving kun je de sproeistand aanpassen. Er zijn meestal verschillende standen, zoals een rechte straal voor langeafstandsbesproeiing en een spreidstand voor bredere dekking
5. Richt de slang: Richt de slang naar de basis van het vuur, niet naar de vlammen zelf. Door op de basis te mikken, doof je de brand efficiënter
6. Beweeg de slang van links naar rechts: Houd de slang stevig vast met beide handen en beweeg hem heen en weer om het vuur effectief te blussen. Blijf gefocust en laat het water in een gelijkmatig patroon stromen
7. Blijf laag bij grondrook: Als er veel rook is, blijf dan zo laag mogelijk bij de grond om de rook te vermijden en de ademhaling te vergemakkelijken
8. Blijf doorgaan totdat het vuur volledig is geblust: Houd de watertoevoer gaande totdat het vuur volledig is gedoofd. Controleer de omgeving om er zeker van te zijn dat er geen smeulende resten zijn die kunnen herontbranden.

Onthoud dat het gebruik van een brandslang en het bestrijden van branden gevaarlijk kan zijn. Zorg ervoor dat je op de hoogte bent van de noodprocedures, de locatie van de brandblusapparatuur en dat je training hebt gekregen in het veilig gebruik ervan. Het is altijd het beste om professionele hulp in te schakelen bij grotere branden.

Een brandslanghaspel kan om verschillende redenen verzegeld worden. Hier zijn enkele mogelijke redenen:

1. Veiligheid: Een verzegeling op een brandslanghaspel kan ervoor zorgen dat het systeem niet per ongeluk wordt geactiveerd. Dit kan voorkomen dat er onbedoeld water wordt verspild of dat er schade wordt veroorzaakt
2. Ongeoorloofd gebruik: Door een brandslanghaspel te verzegelen, kan voorkomen worden dat mensen het systeem ongeoorloofd gebruiken. Dit kan bijvoorbeeld belangrijk zijn in openbare ruimtes zoals scholen, kantoren of winkelcentra, waar het ongeoorloofde gebruik van een brandslanghaspel onnodige overlast kan veroorzaken
3. Inspectie: Het verzegelen van een brandslanghaspel kan dienen als een indicatie dat het systeem correct is geïnspecteerd en goedgekeurd. Dit is vooral relevant in situaties waar periodieke inspecties vereist zijn, zoals in commerciële gebouwen. Een ongeschonden zegel kan aangeven dat de inspectie up-to-date is
4. Naleving van voorschriften: In sommige rechtsgebieden kunnen er specifieke voorschriften zijn die vereisen dat brandslanghaspels verzegeld worden. Deze voorschriften kunnen gericht zijn op brandveiligheid en naleving van de regelgeving.

Een brandslanghaspel is een apparaat dat wordt gebruikt om branden te bestrijden en te beheersen. Het bestaat uit een spoel met een opgerolde brandslang, meestal gemaakt van stevig materiaal zoals rubber of kunststof. De brandslanghaspel wordt meestal aan de muur gemonteerd en is verbonden met een watervoorziening. De belangrijkste functie van een brandslanghaspel is het leveren van water voor het blussen van branden. Wanneer er een brand uitbreekt, kan de brandslang eenvoudig worden afgerold van de haspel en naar de brandhaard worden gebracht. Door de slang op de juiste manier te gebruiken, kan water rechtstreeks op de brandende materialen worden gericht, waardoor de brand wordt geblust of onder controle wordt gehouden totdat professionele brandweerlieden arriveren.

Brandslanghaspels zijn vooral nuttig voor het bestrijden van beginnende branden en het beperken van de verspreiding ervan. Ze worden vaak aangetroffen in gebouwen, zoals kantoren, scholen, ziekenhuizen, hotels en fabrieken, waar snel ingrijpen van cruciaal belang is om de veiligheid van mensen en eigendommen te waarborgen. Het is belangrijk op te merken dat het gebruik van een brandslanghaspel enige training en kennis vereist om effectief te zijn. In noodsituaties moet altijd de plaatselijke brandweer worden gealarmeerd en moeten de juiste blusmiddelen worden gebruikt volgens de geldende veiligheidsvoorschriften.

De vereiste hoeveelheid brandslangen per vierkante meter (m²) hangt af van de specifieke brandveiligheidsvoorschriften en -normen die van toepassing zijn in een bepaald land, regio of gebouw. Er is geen universele standaard voor het aantal brandslangen per vierkante meter, omdat dit afhankelijk is van verschillende factoren, zoals het type gebouw, de functie ervan, de brandrisico's en de toepasselijke wet- en regelgeving.

In veel gevallen wordt de vereiste hoeveelheid brandslangen bepaald op basis van de brandcompartimentering van het gebouw. Dit houdt in dat het gebouw is opgedeeld in afzonderlijke compartimenten om de verspreiding van brand te beperken. Elk compartiment kan dan een minimum aantal brandslangen vereisen, vaak op basis van de grootte en de indeling van het compartiment.

Het correct oprollen van een brandslang is belangrijk om ervoor te zorgen dat deze gemakkelijk kan worden opgeslagen en snel kan worden uitgerold wanneer dat nodig is. Het is ook een goed idee om regelmatig te oefenen met het oprollen van de brandslang, zodat je vertrouwd raakt met de techniek en het proces vlot kunt uitvoeren wanneer het erop aankomt.

Het oprollen van een brandslang vereist een bepaalde techniek om het proces soepel en efficiënt te laten verlopen. Hier is een algemene methode om een brandslang op te rollen:

• Zorg ervoor dat de waterdruk van de brandslang is uitgeschakeld en dat de slang volledig leeg is
• Houd het uiteinde van de slang vast en begin de slang geleidelijk op te tillen terwijl je loopt in de richting van het andere uiteinde. Dit helpt om eventueel resterend water uit de slang te laten stromen
• Leg de slang plat op de grond in een rechte lijn. Het is handig om dit samen met een andere persoon te doen
• Begin bij het uiteinde van de slang en rol deze strak op. Je kunt de slang in kleine secties opvouwen terwijl je verder gaat, zodat je niet met een te lange slang in je handen komt te zitten
• Houd de slang stevig vast terwijl je deze oprolt. Het kan helpen om je knie op de slang te plaatsen om deze op zijn plaats te houden terwijl je verder rolt
• Als je bij het einde van de slang bent, kun je een rubberen band of een slangklem gebruiken om de opgerolde slang op zijn plaats te houden
• Controleer of de slang gelijkmatig is opgerold en dat er geen knikken of kronkels zijn.

Een brandslanghaspel heeft verschillende voordelen ten opzichte van andere kleine blusmiddelen, zoals draagbare blusapparaten zoals poederblussers of CO2-blussers. Brandslanghaspels hebben water als blusmiddelen, een grotere bluscapaciteit, langere blusduur dan brandblussers, eenvoudig in gebruik en duurzaamheid en betrouwbaar. Het is echter belangrijk op te merken dat de keuze van het blusmiddel afhankelijk is van verschillende factoren, zoals de aard van de brand, de grootte van het risico, de omgeving en de wettelijke voorschriften. Het is altijd raadzaam om de juiste blusmiddelen te selecteren op basis van een brandrisicoanalyse en advies in te winnen bij de lokale brandweer of veiligheidsinstanties.

Een standaard brandslanghaspel heeft meestal een debiet van ongeveer 21,67 liter per minuut. Dit kan echter variëren afhankelijk van de specificaties van de brandslanghaspel en de waterdruk waarmee deze wordt gevoed. In sommige gevallen kan het debiet hoger zijn, bijvoorbeeld tot 35 liter per minuut. Het is echter belangrijk op te merken dat dit algemene richtlijnen zijn en dat de exacte specificaties kunnen verschillen afhankelijk van de locatie en regelgeving. Het is altijd het beste om de lokale voorschriften en richtlijnen te raadplegen voor specifieke informatie met betrekking tot brandslanghaspels in uw specifieke regio.

en brandslanghaspel wordt meestal gebruikt voor het blussen van branden met water. De druk waarmee het water uit een brandslanghaspel komt, kan variëren, maar over het algemeen ligt deze nooit minder dan 100 kPa. Het is belangrijk op te merken dat de exacte druk afhankelijk kan zijn van verschillende factoren, zoals het ontwerp van de brandslanghaspel, de waterdruk in het leidingnetwerk en eventuele regulerende mechanismen die de druk beperken.

Brandhaspels moeten regelmatig worden onderhouden om ervoor te zorgen dat ze goed functioneren in geval van brand. De specifieke frequentie van het onderhoud kan variëren, afhankelijk van de lokale voorschriften en normen, evenals de richtlijnen van de fabrikant. Over het algemeen worden brandhaspels echter aanbevolen om ten minste één keer per jaar te worden onderhouden. Tijdens het onderhoud van een brandhaspel kunnen verschillende taken worden uitgevoerd, waaronder: visuele inspectie, werkingstest, onderhoud aan onderdelen en een vijfjaarlijkse druktest.

Bij een brandslanghaspel moet men enkele stappen volgen voordat men begint met het blussen van een brand. Hier is een algemene procedure die gevolgd kan worden:

• Alarmeer de hulpdiensten: Bel onmiddellijk het alarmnummer (bijvoorbeeld 112) om de brandweer op de hoogte te stellen van de situatie, zelfs als je van plan bent de brand zelf te blussen.
• Neem beschermende maatregelen: Voordat je het brandslanghaspel gebruikt, moet je beschermende maatregelen nemen. Trek een geschikte brandblusser of brandweeruitrusting aan, indien beschikbaar. Denk aan een brandwerende jas, helm en handschoenen. Zorg ervoor dat je voldoende beschermd bent tegen rook en hitte.
• Controleer de slanghaspel: Controleer of de brandslanghaspel goed functioneert en niet beschadigd is. Zorg ervoor dat de slang niet geknikt of beschadigd is en dat de haspel vrij is van obstakels.
• Kies de juiste slang en spuitmond: Afhankelijk van het type brand en de omvang ervan, kies je de juiste slang en spuitmond. Sommige slanghaspels hebben verschillende spuitmonden voor verschillende brandklassen (zoals brandklasse A voor vaste stoffen, brandklasse B voor vloeistoffen, enz.).
• Open de waterkraan: Open de waterkraan langzaam en controleer of er voldoende waterdruk is. Laat het water een paar seconden stromen om eventuele resten of vuil uit de slang te spoelen.
• Blus de brand: Richt de straal op de basis van de vlammen, niet op de rook. Beweeg de straal langzaam heen en weer om de brand te doven. Probeer de brand te verstikken door de zuurstoftoevoer te verminderen.
• Blijf alert en observeer: Blijf alert op veranderingen in de brand en de omgeving. Als de situatie verslechtert of als je je onveilig voelt, verlaat dan onmiddellijk de locatie en wacht op professionele hulp.

Als u vermoed dat er een brand achter een deur is, zijn er verschillende stappen die u zou nemen om te handelen volgens de algemene richtlijnen voor brandveiligheid. Hier is een algemene procedure die gevolgd kan worden:

• Blijf kalm: Het is belangrijk om kalm te blijven en niet in paniek te raken. Dit stelt je in staat om rationeel te handelen en de juiste beslissingen te nemen.
• Waarschuw anderen: Als er andere mensen in de buurt zijn, waarschuw hen dan onmiddellijk voor het mogelijke gevaar. Roep luid of gebruik een brandalarm als dat beschikbaar is om anderen te alarmeren.
• Verlaat het gebouw: Indien mogelijk, verlaat het gebouw onmiddellijk via de dichtstbijzijnde veilige uitgang. Zorg ervoor dat je deuren sluit achter je om de verspreiding van rook en vuur te beperken.
• Activeer het brandalarm: Als het gebouw is uitgerust met een brandalarmsysteem, activeer het dan om anderen te waarschuwen en de brandweer te alarmeren.
• Bel de hulpdiensten: Zodra je buiten veilig bent, bel onmiddellijk de hulpdiensten (noodnummer 112 in de meeste landen) en geef de exacte locatie van de brand door. Geef duidelijke en gedetailleerde informatie over de situatie.
• Vermijd rook en hitte: Blijf laag bij de grond en probeer rook zoveel mogelijk te vermijden. Adem zo min mogelijk rook in door een natte doek voor je mond en neus te houden. Raak geen deuren, deurknoppen of andere oppervlakken aan zonder ze eerst te controleren op hitte. Gebruik geen liften.
• Assisteer anderen niet: Probeer geen mensen in gevaar te redden als het je eigen veiligheid in gevaar brengt. Laat reddingsoperaties over aan de professionele hulpverleners.